Informatie over VoiceOver
VoiceOver spreekt hardop uit, wat er op het scherm gebeurt, zodat u de iPad kunt gebruiken
zonder het apparaat voor ogen te hebben.
Wanneer u een onderdeel op het scherm selecteert, wordt de beschrijving van het desbetreffende
onderdeel uitgesproken. Als u een onderdeel selecteert, wordt dit gemarkeerd met een zwarte
rechthoek (de VoiceOver-cursor). VoiceOver spreekt de naam van het onderdeel uit of geeft een
beschrijving van het onderdeel.
114
Om te horen wat de onderdelen op het scherm zijn, raakt u het scherm aan of sleept u met uw
vingers over het scherm. Wanneer u tekst selecteert, leest VoiceOver de tekst voor. Als u 'Spreek
hints uit' inschakelt, kan VoiceOver u de naam van het onderdeel vertellen en u ook instructies
geven, bijvoorbeeld 'tik tweemaal om te openen'. Als u onderdelen op het scherm wilt gebruiken,
zoals knoppen en koppelingen, gebruikt u de bewegingen die worden beschreven in “VoiceOver-
bewegingen leren” op pagina 118.
Wanneer u naar een nieuw scherm gaat, laat VoiceOver een geluid horen en wordt het eerste
onderdeel op het scherm automatisch geselecteerd en uitgesproken. (Doorgaans is dit het
onderdeel in de linkerbovenhoek.) Daarnaast krijgt u een melding als de stand van het
scherm wordt gewijzigd in 'Liggend' of 'Staand' en wanneer het scherm wordt vergrendeld of
ontgrendeld.
Opmerking: VoiceOver gebruikt de taal die in de landinstellingen is opgegeven. Mogelijk is
de regionotatie hierop van invloed. (Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Internationaal' >
'Regionotatie'). VoiceOver is in vele talen beschikbaar, maar niet in alle talen.
VoiceOver instellen
Belangrijk:
Met VoiceOver gebruikt u andere bewegingen om de iPad te bedienen. Als
VoiceOver is ingeschakeld, moet u de bewegingen van VoiceOver gebruiken om de iPad te
bedienen, zelfs als u VoiceOver wilt uitschakelen om opnieuw gebruik te kunnen maken van de
standaardbediening.
Opmerking: VoiceOver en de zoomfunctie kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
VoiceOver in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver'. U kunt ook instellen dat VoiceOver wordt in- of uitgeschakeld als u driemaal op de
thuisknop drukt. Zie “Driemaal op de thuisknop drukken” op pagina 125.
Gesproken aanwijzingen in- of
uitschakelen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'. Als
'Spreek hints uit' is ingeschakeld, geeft VoiceOver een beschrijving van
welke handeling met het onderdeel wordt uitgevoerd, of instructies voor
het gebruik ervan, bijvoorbeeld 'tik tweemaal om te openen'. U kunt 'Hints'
ook toevoegen aan de rotor en omhoog of omlaag vegen om de instelling
aan te passen. Zie “De rotorbediening van VoiceOver gebruiken” op
pagina 119.
De spreeksnelheid voor VoiceOver
instellen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'
en sleep de schuifknop 'Spreeksnelheid'. U kunt 'Spreeksnelheid' ook
toevoegen aan de rotor en omhoog of omlaag vegen om de instelling aan
te passen. Zie “De rotorbediening van VoiceOver gebruiken” op pagina 119.
Feedback tijdens het typen
wijzigen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Feedback bij typen'.
Spellingsalfabet gebruiken in
feedback bij typen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'
> 'Spellingsalfabet'. De tekst wordt teken voor teken voorgelezen.
VoiceOver spreekt eerst het teken uit en daarna het fonetische equivalent,
bijvoorbeeld 'f' en daarna 'foxtrot'.
115
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
De toonhoogte wijzigen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Toonhoogtewijziging'. VoiceOver gebruikt een hogere toon bij het typen
van een letter en een lagere toon bij het verwijderen van een letter.
Daarnaast gebruikt VoiceOver ook een hogere toon bij het uitspreken van
het eerste onderdeel van een groep (zoals een lijst of tabel) en een lagere
toon bij het uitspreken van het laatste onderdeel van een groep.
De rotoropties voor de browser
instellen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Rotor'. Tik om opties in- of uit te schakelen of sleep omhoog om een
onderdeel te verplaatsen.
Uitspraak van VoiceOver wijzigen
Stel de rotor in op 'Taal' en veeg omhoog of omlaag. De positie van de
taalrotor is beschikbaar wanneer u meerdere uitspraken selecteert.
De uitspraken selecteren die
beschikbaar zijn in de taalrotor
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Taalrotor'. Als u de positie van een taal in de lijst wilt wijzigen, sleept u
omhoog of omlaag.
De taal voor de iPad wijzigen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Internationaal' > 'Taal'. De regionotatie-
instelling die u hebt opgegeven in 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Internationaal' > 'Regionotatie' kan van invloed zijn op de taal die u hebt
ingesteld.
Afbeeldingen overslaan tijdens het
navigeren
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver'
> 'Afbeeldingnavigatie'. U kunt aangeven dat u alle afbeeldingen wilt
overslaan of alleen de afbeeldingen zonder beschrijvingen.
Berichten laten uitspreken als u de
iPad ontgrendelt
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Spreek berichten uit'. Als de optie is uitgeschakeld, hoort u de iPad alleen
spreken wanneer u deze ontgrendelt.
VoiceOver gebruiken
Onderdelen op het scherm selecteren: Sleep uw vinger over het scherm. Elk onderdeel dat u
aanraakt, wordt door VoiceOver beschreven. U kunt systematisch van het ene naar het andere
onderdeel gaan door met één vinger naar links of naar rechts te vegen. Onderdelen worden
van links naar rechts en van boven naar beneden geselecteerd. Veeg met uw vinger naar rechts
om naar het volgende onderdeel te gaan en veeg met uw vinger naar links om naar het vorige
onderdeel te gaan.
Verticale navigatie inschakelen
Voeg 'Verticale navigatie' aan de rotor toe, selecteer die optie met de
rotor en veeg op en neer om het onderdeel naar boven of naar beneden
te verplaatsen. Zie “De rotorbediening van VoiceOver gebruiken” op
pagina 119.
Het eerste of laatste onderdeel op
het scherm selecteren
Veeg met vier vingers naar boven of naar beneden.
De iPad ontgrendelen
Selecteer de ontgrendelingsknop en tik vervolgens tweemaal op het
scherm.
Een onderdeel op naam selecteren Tik driemaal met twee vingers op een willekeurige plek op het scherm om
de onderdeelkiezer te openen. Typ vervolgens een naam in het zoekveld
of veeg naar links of rechts om op alfabetische volgorde door de lijst te
gaan. U kunt ook op de tabelindex rechts van de lijst tikken en omhoog of
omlaag vegen om snel door de lijst met onderdelen te scrollen.
De naam van een schermonderdeel
wijzigen zodat u het gemakkelijker
kunt vinden
Tik met twee vingers en houdt uw vingers op een willekeurige plek op het
scherm.
116
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
De tekst van het geselecteerde onderdeel uitspreken: Veeg met één vinger naar beneden
of naar boven om het volgende of vorige woord of teken te lezen (draai de rotorbesturing
om tekens of woorden te selecteren). U kunt de fonetische spelling gebruiken. Zie “VoiceOver
instellen” op pagina 115.
Een onderdeel niet meer laten
uitspreken
Tik eenmaal met twee vingers. Tik nogmaals met twee vingers om de
spraakfunctie te hervatten. De spraakfunctie wordt automatisch hervat als u
een ander onderdeel selecteert.
Het spraakvolume wijzigen
Gebruik de volumeknoppen op de iPad of voeg volume toe aan de rotor
en veeg op en neer om de optie aan te passen. Zie “De rotorbediening van
VoiceOver gebruiken” op pagina 119.
Het geluid van VoiceOver
uitschakelen
Tik tweemaal met drie vingers. Tik nogmaals tweemaal met drie vingers om
de spraakfunctie weer in te schakelen. Als u alleen de VoiceOver-signalen
wilt uitschakelen, zet u het geluid uit door de zijschakelaar te verschuiven.
Als u een extern toetsenbord hebt aangesloten, kunt u ook op de Control-
toets op het toetsenbord drukken om het geluid van VoiceOver in of uit te
schakelen.
De voorleesstem wijzigen
Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Gebruik compacte stem'.
Het volledige scherm vanaf het
begin laten voorlezen
Veeg met twee vingers naar boven.
Onderdelen laten voorlezen
(vanaf het huidige onderdeel naar
beneden)
Veeg met twee vingers omlaag.
De statusinformatie van de iPad
uitspreken
Tik boven in het scherm om statusinformatie te horen, zoals de tijd, de
status van de batterij en de Wi-Fi-signaalsterkte.
Op een geselecteerd onderdeel tikken wanneer VoiceOver is ingeschakeld: Tik tweemaal op
een willekeurige plek in het scherm.
Tweemaal tikken op het
geselecteerde onderdeel wanneer
VoiceOver is ingeschakeld
Tik driemaal op een willekeurige plek in het scherm.
Een schuifknop aanpassen
Veeg met één vinger naar boven om de instelling te verhogen of veeg met
één vinger naar beneden om de instelling te verlagen.
Scrollen door een lijst of gebied op
het scherm
Veeg met drie vingers naar boven of naar beneden. Veeg met uw vingers
naar beneden of naar boven om omlaag respectievelijk omhoog te
bladeren in de lijst of het scherm. Als u door een lijst bladert, wordt het
weergegeven bereik van de onderdelen door VoiceOver uitgesproken
(bijvoorbeeld 'rijen 5 tot en met 10 worden weergegeven'). U kunt ook
door een lijst scrollen in plaats van te bladeren. Hiervoor tikt u tweemaal
en houdt u uw vingers op het scherm. Zodra u een reeks tonen hoort,
kunt u uw vinger omhoog of omlaag bewegen om door de lijst te scrollen.
Wanneer u uw vinger optilt, wordt het scrollen gestopt.
Een lijstindex gebruiken
Sommige lijsten hebben een alfabetische index aan de rechterkant van het
scherm. U kunt de index niet selecteren door te vegen. U moet de index
rechtstreeks aanraken om deze te selecteren. Als de index is geselecteerd,
veegt u omhoog of omlaag om door de index te scrollen. U kunt ook
tweemaal tikken en vervolgens uw vinger omhoog of omlaag schuiven.
117
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
De volgorde van een lijst wijzigen
Van sommige lijsten, zoals 'Rotor' en 'Taalrotor' in Toegankelijkheid kunt u
de volgorde wijzigen. Selecteer rechts van een onderdeel, tik tweemaal
en houd uw vinger op het onderdeel tot u een geluid hoort. Sleep het
symbool vervolgens omhoog of omlaag in de lijst. De naam van het
onderdeel dat u omhoog of omlaag hebt verplaatst, wordt uitgesproken.
De volgorde van de symbolen in
het beginscherm wijzigen
Selecteer in het beginscherm het symbool dat u wilt verplaatsen. Tik
tweemaal op het symbool, houd uw vinger op het symbool en sleep
het symbool vervolgens. Terwijl u het symbool sleept, wordt de rij- en
kolompositie uitgesproken. Laat het symbool los wanneer het op de
gewenste plaats staat. U kunt op dezelfde manier nog meer symbolen
slepen. Sleep een onderdeel naar de linker- of rechterrand van het scherm
om het naar een andere pagina van het beginscherm te verplaatsen.
Wanneer u klaar bent, drukt u op de thuisknop ( ).
Het schermgordijn in- of
uitschakelen
Tik driemaal met drie vingers. Wanneer het schermgordijn is ingeschakeld,
is de scherminhoud actief hoewel het scherm is uitgeschakeld.
De iPad ontgrendelen
Schuif de ontgrendelingsschakelaar en tik vervolgens tweemaal op het
scherm.
VoiceOver-bewegingen leren
Als VoiceOver is ingeschakeld, hebben de standaardtouchscreenbewegingen een ander effect.
Met behulp van deze en andere speciale bewegingen kunt u de weergave op het scherm
wijzigen en de afzonderlijke elementen bedienen die u selecteert. Tot de VoiceOver-bewegingen
behoren tikken en vegen met twee of drie vingers. Bewegingen met twee en drie vingers zijn het
eenvoudigst te maken als u uw vingers ontspant en wat ruimte tussen uw vingers laat wanneer u
het scherm aanraakt.
Als u standaardbewegingen wilt gebruiken wanneer VoiceOver is ingeschakeld, tikt u tweemaal
en houdt u uw vinger op het scherm. Er klinkt een reeks tonen om aan te geven dat de
standaardbewegingen van kracht zijn. De standaardbewegingen blijven van kracht totdat u uw
vinger optilt. Vervolgens worden de VoiceOver-bewegingen weer actief.
U kunt op verschillende manieren VoiceOver-bewegingen maken. U kunt bijvoorbeeld tikken met
twee vingers van één hand of met één vinger van elke hand. U kunt ook uw duimen gebruiken.
Veel gebruikers vinden gesplitst tikken heel handig: hierbij raakt u een onderdeel aan en houdt
u dit met één vinger vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt (in plaats van een
onderdeel te selecteren en vervolgens tweemaal te tikken). Probeer de verschillende manieren
om te bepalen welke manier het best voor u werkt.
Als uw bewegingen geen effect hebben, probeert u de bewegingen sneller uit te voeren. Dit is
vooral belangrijk bij tweemaal tikken en vegen. Bij vegen strijkt u snel met uw vinger of vingers
over het scherm. Als VoiceOver is ingeschakeld, verschijnt de knop 'Oefenen met Voice Over',
waarmee u de VoiceOver-bewegingen kunt oefenen.
Bewegingen oefenen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' en tik
vervolgens op 'Oefenen met VoiceOver'. Tik op 'Gereed' wanneer u klaar bent met oefenen.
Als de knop 'Oefenen met Voice Over' niet zichtbaar is, controleert u of VoiceOver is ingeschakeld.
Een overzicht van de belangrijkste VoiceOver-bewegingen:
Navigeren en lezen
Â
Tikken: Onderdeel uitspreken.
Â
Naar links of rechts vegen: Het volgende of vorige onderdeel selecteren.
Â
Naar boven of naar beneden vegen: Is afhankelijk van de instelling van de rotorbesturing. Zie “De
rotorbediening van VoiceOver gebruiken” op pagina 119.
118
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
Â
Met twee vingers tikken: Uitspreken van het huidige onderdeel stoppen.
Â
Met twee vingers omhoog vegen: Alles vanaf boven in het scherm voorlezen.
Â
Met twee vingers omlaag vegen: Alles vanaf de huidige positie voorlezen.
Â
Zigzaggen met twee vingers: Twee vingers driemaal snel heen en weer bewegen (in de vorm
van een 'z' ) om een melding te laten verdwijnen of terug te gaan naar het vorige scherm.
Â
Driemaal tikken met twee vingers: Open de onderdeelkiezer.
Â
Naar boven of naar beneden vegen met drie vingers: Eén pagina tegelijk scrollen.
Â
Naar links of rechts vegen met drie vingers: Naar de volgende of vorige pagina gaan
(bijvoorbeeld in het beginscherm, in Aandelen of in Safari).
Â
Met drie vingers tikken: Spreek extra informatie uit, zoals de positie in een lijst en of er tekst is
geselecteerd.
Â
Met vier vingers tikken boven in het scherm: Het eerste onderdeel op de pagina selecteren.
Â
Met vier vingers tikken onder in het scherm: Het laatste onderdeel op de pagina selecteren.
Activeren
Â
Tweemaal tikken: Het geselecteerde onderdeel activeren.
Â
Driemaal tikken: Tweemaal tikken op een onderdeel.
Â
Gesplitst tikken: Een onderdeel activeren door met één vinger op het onderdeel te tikken terwijl
u met een andere vinger op het scherm tikt (in plaats van een onderdeel te selecteren en
vervolgens tweemaal te tikken).
Â
Een onderdeel aanraken met één vinger en op het scherm tikken met een andere vinger ('gesplitst
tikken'): Het onderdeel activeren.
Â
Tweemaal tikken en vasthouden (1 seconde) + standaardbeweging: Een standaardbeweging
gebruiken.
Door tweemaal te tikken en vast te houden geeft u aan dat de iPad achtereenvolgende
bewegingen als standaardbewegingen moet interpreteren. U kunt bijvoorbeeld tweemaal
tikken en vasthouden en vervolgens, zonder uw vinger op te tillen, met uw vinger slepen om
een schakelaar te verschuiven.
Â
Met twee vingers tweemaal tikken: Afspelen of pauzeren in Muziek, Video's, YouTube, Dictafoon
of Foto's. Een foto maken in Camera. Een opname starten of pauzeren in Camera of Dictafoon.
De stopwatch starten of stopzetten.
Â
Met twee vingers tweemaal tikken en de vingers op het scherm houden: De elementlabeler
openen.
Â
Driemaal tikken met twee vingers: Open de onderdeelkiezer.
Â
Met drie vingers tweemaal tikken: Het geluid van VoiceOver in- of uitschakelen.
Â
Driemaal met drie vingers tikken: Het schermgordijn in- of uitschakelen.
De rotorbediening van VoiceOver gebruiken
De rotorbesturing is een virtuele kiesschijf waarmee u het effect van veegbewegingen van uw
vingers omhoog of omlaag kunt wijzigen wanneer VoiceOver is ingeschakeld.
De rotor bedienen: Draai met twee vingers op het scherm van de iPad rond een punt dat precies
tussen beide vingers ligt.
119
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
De opties in de rotor wijzigen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' > 'Rotor' en selecteer de opties die beschikbaar moeten zijn wanneer u de rotor
gebruikt.
Het effect van de rotor is afhankelijk van wat u op dat moment doet. Als u de tekst laat voorlezen
van een e-mail, kunt u de rotor gebruiken om te schakelen tussen het woord voor woord, teken
voor teken of regel voor regel weergeven van gesproken tekst wanneer u met uw vinger omhoog
of omlaag veegt. Als u door een webpagina bladert, kunt u de rotor gebruiken om alle tekst
(woord voor woord of teken voor teken) te beluisteren of om achtereenvolgens naar elementen
van een bepaald type te springen zoals van kopje naar kopje of van koppeling naar koppeling.
Tekst laten uitspreken
Tekst selecteren en laten uitspreken per
Teken, woord of regel
Â
Spraakfunctie
U kunt de VoiceOver-stem aanpassen wat betreft:
Volume of snelheid
Â
Echogebruik bij typen, wijziging van de toonhoogte of spellingsalfabet (bij gebruik van een
Â
Apple Wireless Keyboard)
Zie “VoiceOver bedienen met een Apple Wireless Keyboard” op pagina 123.
Navigeren
Tekst selecteren en laten uitspreken per
Teken, woord of regel
Â
Kopje
Â
Koppeling, bezochte koppeling, niet-bezochte koppeling of koppeling in pagina
Â
Formulierregelaar
Â
Tabel of rij (tijdens het navigeren in een tabel)
Â
Lijst
Â
Oriëntatiepunt
Â
Afbeelding
Â
Statische tekst
Â
Onderdelen van hetzelfde type
Â
De knoppen
Â
Tekstvelden
Â
Zoekvelden
Â
Containers (schermgebieden zoals het dock)
Â
In- of uitzoomen
Tekst invoeren
Het invoegpunt verplaatsen en tekst vervolgens laten uitspreken per
Teken, woord of regel
Â
Bewerkingsfunctie selecteren
Taal selecteren
120
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
Een bedieningselement gebruiken
Waarden selecteren en laten uitspreken per
Teken, woord of regel
Â
De waarde van het bedieningselement aanpassen
Tekst typen en bewerken met VoiceOver
Wanneer u met VoiceOver een tekstveld selecteert, kunt u tekst typen met het schermtoetsenbord
of een extern toetsenbord dat u op de iPad hebt aangesloten. U kunt tekst in het tekstveld
knippen, kopiëren of plakken met de bewerkingsfuncties van de iPad.
Als VoiceOver is ingeschakeld, kunt u tekst op twee manieren invoeren: normaal en blind typen.
Bij normaal typen selecteert u een toets en tikt u tweemaal om het teken in te voeren. Bij blind
typen selecteert u een toets door deze aan te raken en tilt u vervolgens uw vinger op. Het teken
wordt dan automatisch ingevoerd. Deze laatste manier van typen kan sneller zijn, maar vergt
meer oefening dan normaal typen.
Met VoiceOver kunt u ook de bewerkingsfuncties van de iPad gebruiken om tekst in een tekstveld
te knippen, te kopiëren of te plakken.
Tekst invoeren: Selecteer een bewerkbaar tekstveld, tik tweemaal om het invoegpunt en het
schermtoetsenbord weer te geven en begin te typen.
Â
Normaal typen: Om tekst te typen, selecteert u een toets op het toetsenbord door naar links of
naar rechts te vegen en tikt u vervolgens tweemaal om het teken in te voeren. U kunt ook met
uw vinger een toets selecteren op het toetsenbord. Houd vervolgens de toets met één vinger
vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt. VoiceOver spreekt de toets uit wanneer
deze wordt geselecteerd, en nogmaals wanneer het teken wordt ingevoerd.
Â
Blind typen: Raak met uw vinger de gewenste toets op het toetsenbord aan en til vervolgens
uw vinger op om het teken in te voeren. Als u de verkeerde toets aanraakt, verplaatst u uw
vinger op het toetsenbord totdat u de gewenste toets hebt geselecteerd. VoiceOver spreekt het
teken uit voor elke toets die u aanraakt, maar voert het teken pas in wanneer u uw vinger optilt.
Opmerking: Blind typen werkt alleen voor de toetsen waarmee u een teken kunt invoeren. Om
de Shift-toets, de Delete-toets en de returntoets te gebruiken, moet u normaal typen.
Het invoegpunt verplaatsen: Veeg omhoog of omlaag om het invoegpunt in de tekst naar
voren of naar achteren te verplaatsen. Gebruik de rotor om aan te geven of het invoegpunt per
teken, per woord of per regel moet worden verplaatst. VoiceOver geeft een geluidssignaal weer
wanneer het invoegpunt wordt verplaatst en spreekt de tekens, woorden of regels uit die worden
gepasseerd.
Wanneer u het invoegpunt per woord naar voren verplaatst, wordt het aan het einde van elk
woord geplaatst, maar vóór de spatie of interpunctie die erop volgt. Wanneer u het invoegpunt
naar achteren verplaatst, wordt het aan het einde van het voorafgaande woord geplaatst, maar
vóór de spatie of interpunctie die erop volgt. Als u het invoegpunt achter de interpunctie aan
het einde van een woord of zin wilt plaatsen, gebruikt u de rotor om terug te gaan naar de
tekenmodus. Wanneer u het invoegpunt regel voor regel verplaatst, wordt elke regel uitgesproken
die wordt gepasseerd. Wanneer u het invoegpunt naar voren verplaatst, wordt het aan het begin
van de volgende regel geplaatst (als u de laatste regel van een alinea hebt bereikt, wordt het
invoegpunt naar het einde van de regel verplaatst die zojuist is uitgesproken). Wanneer u het
invoegpunt naar achteren verplaatst, wordt het aan het begin van de regel geplaatst die wordt
uitgesproken.
121
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
De typemethode instellen
Gebruik de rotor om 'Typemethode' te selecteren en veeg vervolgens naar
boven of naar beneden terwijl VoiceOver is ingeschakeld en een toets op
het toetsenbord is geselecteerd.
Een teken verwijderen
Selecteer
en tik vervolgens tweemaal of tik gesplitst. U moet dit ook
doen wanneer u blind typt. Als u meerdere tekens wilt verwijderen, raakt
u de verwijdertoets aan, houdt u deze vast en tikt u vervolgens eenmaal
met een andere vinger op elk teken dat u wilt verwijderen. VoiceOver
spreekt het teken uit dat wordt verwijderd. Als u 'Toonhoogtewijziging'
hebt ingeschakeld, worden de verwijderde tekens in een lagere toon
uitgesproken.
Tekst selecteren
Stel de rotor in op 'Wijzig', veeg omhoog of omlaag om 'Selecteer' of
'Selecteer alles' te selecteren en tik vervolgens tweemaal. Als u 'Selecteer'
hebt gekozen en vervolgens tweemaal tikt, wordt het woord geselecteerd
dat zich het dichtst bij het invoegpunt bevindt. Als u 'Selecteer alles' hebt
gekozen, wordt de hele tekst geselecteerd. Beweeg twee vingers uit elkaar
of naar elkaar toe om de selectie te vergroten of te verkleinen.
Knippen, kopiëren of plakken
Zorg ervoor dat de bewerkingsmodus is ingesteld met de rotor. Selecteer
tekst, veeg omhoog of omlaag om 'Knip', 'Kopieer' of 'Plak' te selecteren en
tik vervolgens tweemaal.
Herstellen
Schud de iPad, veeg naar links of rechts om de bewerking te selecteren die
u wilt herstellen en tik vervolgens tweemaal.
Een speciaal teken invoeren
Selecteer in de modus 'Normaal typen' het normale teken, tik vervolgens
tweemaal en houd het teken vast totdat u een geluid hoort dat aangeeft
dat de speciale tekens beschikbaar zijn. Sleep naar links of rechts om tekens
te selecteren. Het teken in kwestie wordt uitgesproken. Laat de toets los om
het geselecteerde teken in te voeren.
De taal wijzigen waarin u typt
Stel de rotor in op 'Taal' en veeg omhoog of omlaag. Selecteer
'Standaardtaal' om de taal te gebruiken die in de landinstellingen
is ingesteld. De taalrotor verschijnt alleen als u meerdere talen hebt
geselecteerd bij de instelling 'Taalrotor' van VoiceOver. Zie “VoiceOver
instellen” op pagina 115.
VoiceOver gebruiken in Safari
Wanneer u met Safari zoekt naar informatie op het web terwijl VoiceOver is ingeschakeld, spreekt
de rotor 'Zoekresultaten' de lijst met voorgestelde zoekopdrachten uit.
Zoeken naar informatie op het web: Selecteer het zoekveld, voer de zoekopdracht in en
selecteer vervolgens 'Zoekresultaten' met behulp van de rotor. Veeg naar rechts of naar links
om omlaag of omhoog te gaan in de lijst en tik vervolgens tweemaal op het scherm om met de
huidige zoekopdracht op het web te zoeken.
VoiceOver gebruiken in Kaarten
Met VoiceOver kunt u in- of uitzoomen, spelden selecteren en informatie over locaties ophalen.
In- of uitzoomen: Selecteer de kaart, gebruik de rotor om de zoommodus te selecteren en veeg
omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
Een speld selecteren: Raak een speld aan, of veeg naar links of rechts om van onderdeel naar
onderdeel te gaan.
Informatie over een locatie ophalen: Selecteer een speld en tik tweemaal om de
informatiemarkering weer te geven. Veeg naar links of rechts om de knop 'Meer info' te selecteren
en tik vervolgens tweemaal om de informatiepagina weer te geven.
122
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
VoiceOver bedienen met een Apple Wireless Keyboard
U kunt VoiceOver op de iPad bedienen met een Apple Wireless Keyboard. Zie “Een Bluetooth-
apparaat gebruiken” op pagina 40.
Met de toetsenbordcommando's van VoiceOver kunt u door het scherm navigeren, onderdelen
selecteren, de scherminhoud lezen, de rotor aanpassen en andere VoiceOver-taken uitvoeren.
Alle toetsenbordcommando's (op één na) omvatten de toetsen Control + Option, wat in de tabel
hieronder wordt afgekort tot "VO".
VoiceOver Help spreekt toetsen of toetsenbordcommando's uit terwijl u deze typt. Met VoiceOver
Help kunt u snel vertrouwd raken met de lay-out van het toetsenbord en de taken die met de
toetsen worden uitgevoerd.
Toetsenbordcombinaties voor VoiceOver
VO = Control + Option
Alles vanaf de huidige positie lezen VO + A
Lezen vanaf het begin
VO + B
Naar de statusbalk gaan
VO + M
Op de thuisknop drukken
VO + H
Het volgende of vorige onderdeel
selecteren
VO + Pijl-rechts of VO + Pijl-links
Op een onderdeel tikken
VO + Spatiebalk
Tweemaal tikken met twee vingers VO + "-"
Het volgende of vorige
rotoronderdeel selecteren
VO + Pijl-omhoog of VO + Pijl-omlaag
Het volgende of vorige
spraakrotoronderdeel selecteren
VO + Command + Pijl-links of VO + Command + Pijl-rechts
Spraakrotoronderdeel aanpassen
VO + Command + Pijl-omhoog of VO + Command + Pijl-omlaag
Het geluid van VoiceOver in- of
uitschakelen
VO + S
Het schermgordijn in- of
uitschakelen
VO + Shift + S
VoiceOver Help inschakelen
VO + K
Teruggaan naar het vorige scherm
of VoiceOver Help uitschakelen
Escape
Snel navigeren
U kunt snelnavigatie inschakelen om VoiceOver te bedienen met de pijltoetsen. Snelnavigatie is
standaard uitgeschakeld.
Snelnavigatie in- of uitschakelen
Pijl-links + Pijl-rechts
Het volgende of vorige onderdeel
selecteren
Pijl-rechts of Pijl-links
Het volgende of vorige onderdeel
selecteren op basis van de
rotorinstelling
Pijl-omhoog of Pijl-omlaag
Het eerste of laatste onderdeel
selecteren
Control + Pijl-omhoog of Control + Pijl-omlaag
123
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
Op een onderdeel 'tikken'
Pijl-omhoog + Pijl-omlaag
Omhoog, omlaag, naar links of naar
rechts scrollen
Option + Pijl-omhoog, Option + Pijl-omlaag, Option + Pijl-links of Option +
Pijl-rechts
De rotor aanpassen
Pijl-omhoog + Pijl-links of Pijl-omhoog + Pijl-rechts
Snelnavigatie op het web met behulp van één letter
Als u een webpagina bekijkt terwijl Snelnavigatie is ingeschakeld, kunt u de volgende
toetsenbordtoetsen gebruiken om snel door de pagina te navigeren. Als u op de lettertoets drukt,
gaat u naar het volgende onderdeel van het aangegeven type. U gaat naar het vorige onderdeel
als u tegelijkertijd de Shift-toets en de lettertoets ingedrukt houdt.
H
Kopje
L
Koppeling
R
Tekstveld
Mld
Knop
C
Formulierregelaar
I
Afbeelding
Bln
Tabel
Z
Statische tekst
W
ARIA-oriëntatiepunt
X
Lijst
Mln
Elementen van hetzelfde type
1
Kop van niveau 1
2
Kop van niveau 2
3
Kop van niveau 3
4
Kop van niveau 4
5
Kop van niveau 5
6
Kop van niveau 6
Een braillescherm gebruiken met VoiceOver
U kunt met een vernieuwbaar braillescherm VoiceOver-uitvoer in braille lezen. Met een
braillescherm met invoertoetsen en andere regelaars kunt u de iPad bedienen wanneer VoiceOver
is ingeschakeld. De iPad is geschikt voor de meeste populaire draadloze brailleschermen. Ga
naar www.apple.com/nl/accessibility/iphone/braille-display.html voor een lijst van ondersteunde
brailleschermen.
Een braillescherm configureren: Schakel het scherm in en tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Bluetooth'. Schakel Bluetooth in. Tik vervolgens op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid'
> 'VoiceOver' > 'Braille' en selecteer het scherm.
Braillekortschrift in- of uitschakelen Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Braille'.
Achtpuntsbraille in- of uitschakelen Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' >
'Braille'.
124
Hoofdstuk 24
Voorzieningen voor mensen met een beperking
Ga naar support.apple.com/kb/HT4400?viewlocale=nl_NL voor informatie over veelgebruikte
braillecommando's waarmee u in VoiceOver kunt navigeren en voor informatie over bepaalde
schermen.
Voor het braillescherm wordt de taal gebruikt die u voor Stembediening hebt ingesteld. Dit is
gewoonlijk de taal die u voor de iPad hebt ingesteld in 'Instellingen' > 'Internationaal' > 'Taal'. Met
de VoiceOver-taalinstelling kunt u een andere taal instellen voor VoiceOver en brailleschermen.
De taal voor VoiceOver instellen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Internationaal' >
'Stembediening' en selecteer de gewenste taal.
Als u de taal voor de iPad wijzigt, moet u mogelijk de taal voor VoiceOver en uw braillescherm
opnieuw instellen.
U kunt de meeste links of rechtse cel van het braillescherm reserveren voor de weergave van
onder meer informatie over de systeemstatus, zoals:
De aankondigingengeschiedenis bevat een ongelezen bericht
Â
Het huidige bericht in de aankondigingengeschiedenis is nog niet gelezen
Â
Het geluid van VoiceOver is uitgeschakeld
Â
De batterij van de iPad is bijna leeg (minder dan 20% geladen)
Â
De iPad is in de liggende weergaverichting ingesteld
Â
Het scherm is uitgeschakeld
Â
Er is meer tekst links van de huidige regel
Â
Er is meer tekst rechts van de huidige regel
Â
De meest linkse of rechtse cel instellen voor de weergave van statusinformatie: Tik op
'Instellingen', 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Braille' > 'Statuscel' en tik op 'Links'
of 'Rechts'.
Een uitgebreide beschrijving van de statuscel weergeven: Druk op de routertoets van de
statuscel op het braillescherm.