iPad - De indeling van het beginscherm aanpassen

background image

De indeling van het beginscherm aanpassen

U kunt de indeling van appsymbolen in het beginscherm aanpassen, inclusief de symbolen in het
Dock onder in het scherm.

De volgorde van symbolen wijzigen

U kunt extra beginschermen aanmaken en uw apps naar wens in deze beginschermen
rangschikken.

De volgorde van symbolen wijzigen

1

Houd uw vinger op een willekeurige app in het beginscherm totdat de app beweegt.

2

Wijzig de volgorde door de apps te slepen.

3

Druk op de thuisknop ( ) om uw wijzigingen te bewaren.

Een symbool naar een ander
scherm verplaatsen

Sleep bij het rangschikken van de symbolen een symbool naar de rand van
het scherm, zodat er een nieuw scherm verschijnt. U kunt naar een vorig
scherm teruggaan en meer symbolen naar het nieuwe scherm slepen.

Extra beginschermen aanmaken

Veeg bij het wijzigen van de volgorde van de symbolen naar links om naar
het meest rechtse beginscherm te gaan en sleep vervolgens een symbool
naar de rechterkant van het scherm. U kunt maximaal elf beginschermen
aanmaken. Het aantal stippen boven het Dock geeft aan hoeveel
beginschermen er zijn. Ook kunt u hieraan zien welk scherm momenteel
actief is.

Naar een ander beginscherm gaan

Veeg naar links of rechts of tik links of rechts van de rij met stippen.

Naar het eerste beginscherm gaan

Druk op de thuisknop ( ).

De oorspronkelijke indeling van het
beginscherm herstellen

Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Stel opnieuw in' en tik op 'Herstel
beginschermindeling'. Wanneer u het beginscherm opnieuw instelt,
worden de mappen verwijderd die u hebt gemaakt en wordt de
standaardachtergrond van het beginscherm hersteld.

Wanneer u de iPad op uw computer aansluit met de dockconnector-naar-USB-kabel, kunt u in
iTunes de volgorde van symbolen in het beginscherm en de volgorde van de schermen wijzigen.
Selecteer de iPad in de navigatiekolom in iTunes en klik op 'Apps'.

28

Hoofdstuk 3

Basiskenmerken

background image

Apps onderverdelen in mappen

U kunt de symbolen in het beginscherm ordenen in mappen. U kunt maximaal twintig symbolen
in een map opnemen. Wanneer u op de iPad een map aanmaakt, wordt hieraan automatisch
een naam toegewezen op basis van het symbool waarmee u de map hebt aangemaakt. U kunt
deze mapnaam uiteraard wijzigen. U kunt mappen opnieuw ordenen door deze te slepen in het
beginscherm of te verplaatsen naar een nieuw beginscherm of het Dock.
Een map aanmaken: Houd uw vinger op een symbool totdat de symbolen gaan bewegen. Sleep
het symbool vervolgens naar een ander symbool.

Op de iPad wordt een nieuwe map aangemaakt met de twee symbolen. Ook wordt de mapnaam
weergegeven. U kunt op het naamveld tikken om een andere naam in te voeren.

Een symbool aan een map
toevoegen

Sleep het symbool naar de map wanneer de symbolen bewegen.

Een symbool uit een map
verwijderen

Tik tijdens het wijzigen van de volgorde van de symbolen op een map om
deze te openen en sleep het symbool uit de map.

Een map openen

Tik op de map. Vervolgens kunt u een app openen door op het
appsymbool te tikken.

Een map sluiten

Tik buiten de map of druk op de thuisknop.

Een map verwijderen

Verwijder alle symbolen uit de map.
Lege mappen worden automatisch verwijderd.

De naam van een map wijzigen

Tik tijdens het wijzigen van de volgorde van de symbolen op de map om
deze te openen. Tik vervolgens boven in het scherm op de naam en geef
een nieuwe naam op.

Wanneer u klaar bent met het indelen van het beginscherm, drukt u op de thuisknop ( ) om uw
wijzigingen te bewaren.

Voor veel apps, zoals Mail en de App Store, wordt in het beginscherm op het appsymbool een
waarschuwingsbadge met een getal (het aantal binnenkomende onderdelen) of een uitroepteken
( , bij problemen) weergegeven. Als deze apps in een map staan, wordt de badge ook op de
map weergegeven. Een badge met een getal geeft het aantal onderdelen aan dat u nog niet hebt
bekeken, zoals binnenkomende e-mails en updates voor apps. Een waarschuwingsbadge geeft
aan dat er een probleem is met de app.

De achtergrond wijzigen

U kunt kiezen welke afbeeldingen of foto's u als achtergrond wilt gebruiken voor het
toegangsscherm en het beginscherm. Selecteer een van de standaardafbeeldingen op de iPad of
een foto uit uw Filmrol-album of een ander album op de iPad.

De achtergrond instellen

1

Tik op 'Instellingen' > 'Helderheid en achtergrond', tik op de afbeelding voor het toegangsscherm

en het beginscherm en tik vervolgens op 'Achtergrond' of 'Bewaarde foto's'.

2

Selecteer een afbeelding of foto door erop te tikken. Als u een foto selecteert, kunt u deze naar de

gewenste positie verplaatsen en het formaat ervan aanpassen door twee vingers uit elkaar of naar
elkaar toe te bewegen totdat de foto er naar wens uitziet.

3

Tik op 'Toegangsscherm', 'Beginscherm' of 'Beide'.

29

Hoofdstuk 3

Basiskenmerken

background image

Tekst invoeren

Het schermtoetsenbord verschijnt automatisch als u moet typen. Met het toetsenbord kunt u
tekst typen, zoals gegevens van contactpersonen, e-mails en webadressen. Het toetsenbord
corrigeert typefouten, toont suggesties terwijl u typt en leert terwijl u werkt.

U kunt ook een Apple Wireless Keyboard gebruiken. Wanneer u een extern toetsenbord gebruikt,
wordt het schermtoetsenbord niet weergegeven. Zie “Een Apple Wireless Keyboard gebruiken” op
pagina 34.